Kavels te koop in nieuwbouwproject De Tuinen, Ursem

klik op het plaatje voor een grotere afbeelding

Bouwregels op hoofdlijnen

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

• Het hoofdgebouw wordt gesitueerd binnen het bouwvlak
• Diepte hoofdgebouw maximaal 15 meter
• De goothoogte van het hoofdgebouw is maximaal 8 meter. 
• De bouwhoogte maximaal 11 meter
• Woningen met de voorzijde naar De Leet gericht
• Voordeur bij in zijgevel bij oprit mogelijk
• Dakvorm is een zadeldak, zonder wolfseind of schilddak 
• Dakhelling tussen de 30° en 60°
• Het karakter en de uitstraling sluit aan bij het bestaande lint De Leet 
• Ramen en deuren liggen gerangschikt in een evenwichtige gevelcompositie 
• Architectuur met strakke, eigentijdse details
• Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd
• Materiaal gevels: niet-glimmende natuurlijke materialen zoals baksteen of hout
• Kleur gevels: natuurlijke tinten van bruin tot bruinrood
• Afwijkende kleuren op onderdelen mogelijk ter versterking van de architectuur
• Materiaal schuin dak: dakpannen of riet
• Kleur dakpannen: kleurenspectrum grijs/antraciet of rood

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

• Gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken maximaal 106 m2
• De voorste begrenzing van een bijbehorend bouwwerk is minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen
• Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap 
• Goothoogte aan- en uitbouwen maximaal 0,3 meter boven vloerpeil eerste verdieping en maximale bouwhoogte 6,5 meter
• Goothoogte vrijstaande bijgebouwen maximaal 3 meter en maximale bouwhoogte 5 meter 
• Bergingen of garages met een plat dak worden uitgevoerd met een groen dak

Parkeren

• Minimaal twee opstelplekken naast elkaar voor parkeren op eigen terrein
• Parkeerplekken moet aan de zijde van de buurkavel worden gemaakt en aansluiten op de dam over De Leet die met de buurkavel (kavel A) wordt gedeeld
• Vanwege de verkeersveiligheid wordt aanbevolen een keermogelijkheid op de kavels te maken zodat bij het verlaten van de kavel niet achteruit De Leet (waar een maximum snelheid geldt van 60 km/h) op wordt gereden
• Bij voorkeur gebruiken twee kavels elkaars oprit om te kunnen keren. Als dit niet mogelijk is, dan is bij indeling  van de kavel rekening gehouden met het maken van een keergelegenheid op eigen terrein

Erfgrenzen

• Voorzijde: oever langs De Leet wordt uitgegeven met tijdelijke beschoeiing van 1 plank hoogte (ca. 10 cm) boven waterpeil en een talud van 1:2. Te vervangen door zelf aan te brengen beschoeiing met maximale hoogte van 0,30 m. boven waterpeil uitgevoerd in duurzaam materiaal als wilgentenen of hergebruikt kunststof in antraciettint
• Voorerfgrens en zij-erfgrens buurkavel tot rooilijn voorgevel: hoogte maximaal 1 meter
• Bij erfgrens tussen kavel A en B: Vanwege verspringing in bouwvlak geldt de meest naar achteren gelegen rooilijn van kavel A
• Achtererfgrens en zij-erfgrens buurkavel tot rooilijn voorgevel: hoogte maximaal 2 meter
• Zij-erfgrens openbaar gebied: solide groene afscheiding met een haag (of een kant-en-klaar- haag) van beuk of haagbeuk
• Overige erfgrenzen invulling vrij

klik op het plaatje voor een grotere afbeelding

Bouwregels op hoofdlijnen

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

• Het hoofdgebouw wordt gesitueerd binnen het bouwvlak
• Diepte hoofdgebouw maximaal 15 meter
• De goothoogte van het hoofdgebouw is maximaal 8 meter. 
• De bouwhoogte is maximaal 11 meter
• Dakvorm is visueel sterk aanwezig en helder van vorm. 
• Diverse kapvormen mogelijk
• Dakhelling tussen de 30° en 60°
• Afgeschuinde kopse kanten zadeldak met wolfseinden en dakschilden niet toegestaan
• Nokrichting kan zowel haaks- als evenwijdig aan de straat zijn
• Bij mansarde kappen mag het steile dakdeel licht hellend of verticaal worden uitgevoerd
• Dakkapellen:
  • maximaal 50% van de breedte van dakvlak
  • maximaal 1,50 meter hoog
  • minimaal hoogte dakvlak onderzijde dakkapel: 2 dakpannen
  • minimaal hoogte dakvlak bovenzijde dakkapel: 3 dakpannen
• Woningen met de voorzijde naar de straat
• Straatzijde royale gevelopeningen en een evenwichtige gevelcompositie van ramen en deuren
• Entrees van woningen worden benadrukt in gevelontwerp
• Voordeur in zijgevel bij oprit mogelijk
• Zijgevel aan openbare groenzone wordt opengewerkt met grote ramen. 
• Hoek wordt verbijzonderd en zorgvuldig uitgewerkt
• ‘Tuindorp’ is het centrale thema van de wijk
• Architectuur met strakke, eigentijdse details 
• Architectuur is niet historiserend
• Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd
• Materiaal gevels: niet-glimmende natuurlijke materialen zoals baksteen of hout
• Kleur gevels: natuurlijke tinten van bruin tot bruinrood
• Afwijkende kleuren op onderdelen mogelijk ter versterking van de architectuur 
• Materiaal schuin dak: dakpannen of riet
• Kleur dakpannen: kleurenspectrum grijs/antraciet of rood

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

• Gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken maximaal 102 m2
• De voorste begrenzing van een bijbehorend bouwwerk is minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen
• Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap 
• Goothoogte aan- en uitbouwen maximaal 0,30 meter boven vloerpeil eerste verdieping en maximale bouwhoogte 6,5 meter
• Goothoogte vrijstaande bijgebouwen maximaal 3 meter en maximale bouwhoogte 5 meter 
• Bergingen of garages met een plat dak worden uitgevoerd met een groen dak
• Berging grenzend aan openbaar gebied dient te worden geïntegreerd in de mee-ontworpen erfafscheiding

Parkeren

• Minimaal twee opstelplekken naast elkaar voor parkeren op eigen terrein
• Parkeerplekken moet aan de zijde van kavel D (noordoostzijde kavel) worden gesitueerd

Erfgrenzen

• Voorzijde: haag van beuk of haagbeuk van circa 1 meter hoog
• Zij-erfgrens met buurkavel van voorste erfgrens tot rooilijn voorgevel: hoogte maximaal 1 meter, invulling vrij
• Zij-erfgrens met buurkavel van rooilijn voorgevel tot achterste erfgrens: hoogte maximaal 2 meter, invulling vrij
• Zij-erfgrens aan openbaar gebied van voorste erfgrens tot minimaal 1 meter achter rooilijn voorgevel: haag van beuk of haagbeuk van circa 1 meter hoog
• Zij-erfgrens aan openbaar gebied vanaf minimaal 1 meter achter rooilijn voorgevel tot achterste erfgrens: solide groene afscheiding met een haag (of een kant-en-klaar haag) van beuk of haagbeuk van ca. 1,80 meter hoog
• Achtererfgrens: waterkant met de volgende kenmerken:
  • flauw aflopende achtertuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water
  • waterkant wordt uitgegeven met tijdelijke beschoeiing van 1 plank hoogte (ca. 10 cm) boven waterpeil en een talud van 1:2. Te vervangen door zelf aan te brengen beschoeiing met maximale hoogte van 0,30 m. boven waterpeil uitgevoerd in duurzaam materiaal als wilgentenen of hergebruikt kunststof in antraciettint
  • hoge beschoeiingen niet toegestaan
  • schuttingen langs de oever zijn niet toegestaan
  • houten vlonder of terras aan het water toegestaan met een diepte van 1 tot 4 meter vanaf de oever, maximaal de helft van de kavelbreedte en een hoogte van maximaal 0,30 meter boven waterpeil
  • steigers boven het water zijn niet toegestaan

Klik op het plaatje voor een grotere afbeelding

Bouwregels op hoofdlijnen

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

• Het hoofdgebouw wordt gesitueerd binnen het bouwvlak
• Diepte hoofdgebouw maximaal 15 meter
• De goothoogte van het hoofdgebouw is maximaal 8 meter. 
• De bouwhoogte is maximaal 11 meter
• Dakvorm is visueel sterk aanwezig en helder van vorm. Diverse kapvormen mogelijk
• Dakhelling tussen de 30° en 60°
• Afgeschuinde kopse kanten zadeldak met wolfseinden en dakschilden niet toegestaan
• Nokrichting kan zowel haaks- als evenwijdig aan de straat zijn
• Bij mansarde kappen mag het steile dakdeel licht hellend of verticaal worden uitgevoerd
• Dakkapellen:
  • maximaal 50% van de breedte van dakvlak
  • maximaal 1,50 meter hoog
  • minimaal hoogte dakvlak onderzijde dakkapel: 2 dakpannen
  • minimaal hoogte dakvlak bovenzijde dakkapel: 3 dakpannen
• Woningen met de voorzijde naar de straat
• Straatzijde royale gevelopeningen en een evenwichtige gevelcompositie van ramen en deuren
• Entrees van woningen worden benadrukt in gevelontwerp
• Voordeur in zijgevel bij oprit mogelijk
• ‘Tuindorp’ is het centrale thema van de wijk 
• Architectuur met strakke, eigentijdse details. 
• Architectuur is niet historiserend
• Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd
• Materiaal gevels: niet-glimmende natuurlijke materialen zoals baksteen of hout
• Kleur gevels: natuurlijke tinten van bruin tot bruinrood
• Afwijkende kleuren op onderdelen mogelijk ter versterking van de architectuur 
• Materiaal schuin dak: dakpannen of riet
• Kleur dakpannen: kleurenspectrum grijs/antraciet of rood

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

• Gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken maximaal 94 m2
• De voorste begrenzing van een bijbehorend bouwwerk is minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen
• Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap 
• Goothoogte aan- en uitbouwen maximaal 0,30 meter boven vloerpeil eerste verdieping en maximale bouwhoogte 6,5 meter
• Goothoogte vrijstaande bijgebouwen maximaal 3 meter en maximale bouwhoogte 5 meter 
• Bergingen of garages met een plat dak worden uitgevoerd met een groen dak

Parkeren

• Minimaal twee opstelplekken naast elkaar voor parkeren op eigen terrein
• Parkeerplekken moet aan de zijde van kavel E (noordoostzijde kavel) worden gesitueerd

Erfgrenzen

• Voorzijde: haag van beuk of haagbeuk van circa 1 meter hoog
• Zij-erfgrens met buurkavel van voorste erfgrens tot rooilijn voorgevel: hoogte maximaal 1 meter, invulling vrij
• Zij-erfgrens met buurkavel van rooilijn voorgevel tot achterste erfgrens: hoogte maximaal 2 meter, invulling vrij
• Achtererfgrens: waterkant met de volgende kenmerken:
• flauw aflopende achtertuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water
  • waterkant wordt uitgegeven met tijdelijke beschoeiing van 1 plank hoogte (ca. 10 cm) boven waterpeil en een talud van 1:2. Te vervangen door zelf aan te brengen beschoeiing met maximale hoogte van 0,30 m. boven waterpeil uitgevoerd in duurzaam materiaal als wilgentenen of hergebruikt kunststof in antraciettint
  • hoge beschoeiingen niet toegestaan
  • schuttingen langs de oever zijn niet toegestaan
  • houten vlonder of terras aan het water toegestaan met een diepte van 1 tot 4 meter vanaf de oever, maximaal de helft van de kavelbreedte en een hoogte van maximaal 0,30 meter boven waterpeil
  • steigers boven het water zijn niet toegestaan

Klik op het plaatje voor een grotere afbeelding

Bouwregels op hoofdlijnen

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste regels uit het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Voor het complete overzicht en nadere toelichting verwijzen wij u naar het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Op de kavel mag één (vrijstaande) woning worden gerealiseerd.

Hoofdgebouw

• Het hoofdgebouw wordt gesitueerd binnen het bouwvlak 
• Diepte hoofdgebouw maximaal 15 meter
• De goothoogte van het hoofdgebouw is maximaal 8 meter, de bouwhoogte maximaal 11 meter
• Dakvorm is visueel sterk aanwezig en helder van vorm 
• Diverse kapvormen mogelijk
• Dakhelling tussen de 30° en 60°
• Afgeschuinde kopse kanten zadeldak met wolfseinden en dakschilden niet toegestaan
• Nokrichting kan zowel haaks- als evenwijdig aan de straat zijn
• Bij mansarde kappen mag het steile dakdeel licht hellend of verticaal worden uitgevoerd
• Dakkapellen:
  • maximaal 50% van de breedte van dakvlak
  • maximaal 1,50 meter hoog
  • minimaal hoogte dakvlak onderzijde dakkapel: 2 dakpannen
  • minimaal hoogte dakvlak bovenzijde dakkapel: 3 dakpannen
• Woningen met de voorzijde naar de straat
• Straatzijde royale gevelopeningen en een evenwichtige gevelcompositie van ramen en deuren
• Entrees van woningen worden benadrukt in gevelontwerp 
• Voordeur bij in zijgevel bij oprit mogelijk
• ‘Tuindorp’ is het centrale thema van de wijk 
• Architectuur met strakke, eigentijdse details 
• Architectuur is niet historiserend
• Indien toegepast worden boeiboorden en windveren zorgvuldig gedetailleerd
• Materiaal gevels: niet-glimmende natuurlijke materialen zoals baksteen of hout
• Kleur gevels: natuurlijke tinten van bruin tot bruinrood
• Afwijkende kleuren op onderdelen mogelijk ter versterking van de architectuur 
• Materiaal schuin dak: dakpannen of riet
• Kleur dakpannen: kleurenspectrum grijs/antraciet of rood

Bijbehorende bouwwerken (aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen)

• Gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken maximaal 91 m2
• De voorste begrenzing van een bijbehorend bouwwerk is minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen
• Bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of worden voorzien van een kap 
• Goothoogte aan- en uitbouwen maximaal 0,30 meter boven vloerpeil eerste verdieping en maximale bouwhoogte 6,5 meter
• Goothoogte vrijstaande bijgebouwen maximaal 3 meter en maximale bouwhoogte 5 meter 
• Bergingen of garages met een plat dak worden uitgevoerd met een groen dak

Parkeren

• Minimaal twee opstelplekken naast elkaar voor parkeren op eigen terrein 
• Parkeerplekken moet aan de zijde van kavel F (noordoostzijde kavel) worden gesitueerd

Erfgrenzen

• Voorzijde: haag van beuk of haagbeuk van circa 1 meter hoog,
• Zij-erfgrens met buurkavel van voorste erfgrens tot rooilijn voorgevel: hoogte maximaal 1 meter, invulling vrij
• Zij-erfgrens met buurkavel van rooilijn voorgevel tot achterste erfgrens: hoogte maximaal 2 meter, invulling vrij
• Achtererfgrens: waterkant met de volgende kenmerken:
  • flauw aflopende achtertuin of een tuin met een verlaagd deel aan het water
  • waterkant wordt uitgegeven met tijdelijke beschoeiing van 1 plank hoogte (ca. 10 cm) boven waterpeil en een talud van 1:2. Te vervangen door zelf aan te brengen beschoeiing met maximale hoogte van 0,30 m. boven waterpeil uitgevoerd in duurzaam materiaal als wilgentenen of hergebruikt kunststof in antraciettint
  • hoge beschoeiingen niet toegestaan
  • schuttingen langs de oever zijn niet toegestaan
  • houten vlonder of terras aan het water toegestaan met een diepte van 1 tot 4 meter vanaf de oever, maximaal de helft van de kavelbreedte en een hoogte van maximaal 0,30 meter boven waterpeil
  • steigers boven het water zijn niet toegestaan

Na de inschrijfperiode vindt de loting plaats. De loting vindt plaats op het gemeentehuis en wordt bijgewoond door de wethouder Wonen of diens vervanger. Alle ingeschreven kandidaten ontvangen na de sluitingsdatum van inschrijving bericht over de definitieve lotingsprocedure.

Loting door de notaris

Bij een grote hoeveelheid inschrijvingen, heeft de gemeente het recht te besluiten de loting via de notaris te doen. Bij een loting via de notaris zijn geen deelnemers aanwezig. Kavels gaan vaak gezamenlijk met de projectmatige woningen in verkoop. De loting wordt gezamenlijk gedaan met de projectontwikkelaar van het nieuwbouwplan. 

Loting op het gemeentehuis

Alle deelnemers aan de loting ontvangen een uitnodiging per mail. Deze uitnodiging dient op de avond van de loting, samen met een legitimatie, getoond te worden. Uitsluitend zij, die een uitnodiging hebben ontvangen voor de loting of door een uitgenodigde kandidaat daartoe zijn gemachtigd, kunnen de lotingsavond bijwonen. 

Bij loting op het gemeentehuis vervalt de, op het inschrijfformulier ingevulde, voorkeur voor een kavel.

Hoe ziet de loting eruit?

1. Deelnemers worden één voor één naar voren geroepen om een lot uit de ton te halen. Het nummer op dit lot bepaalt de volgorde van de lijst met deelnemers om een keuze te maken. Voorbeeld: u pakt lot nummer 10, dan mag u als 10^e uw keuze bekend maken.
2. Zodra iedereen een lot heeft, mogen de deelnemers op volgorde van de vastgestelde lijst hun keuze bekend maken. Hierin is iedereen vrij te kiezen voor een projectmatige woning of een kavel. 
3. Het nummer van de gekozen kavel wordt op de lijst ingevuld. 
4. Heeft u een kavel gekozen dan heeft u direct een optie hierop. De gemeente neemt binnen een week contact met u op.
5. Wanneer uw favoriete kavel reeds gekozen is door iemand die voor u op de lijst staat, kunt u passen. U staat dan op de reservelijst voor de kavel.
6. Als er kavels terugkomen omdat een kandidaat afvalt, wordt deze op volgorde van de loting aan de kandidaten op de reservelijst aangeboden. 

Bent u verhinderd naar de loting te komen op het gemeentehuis?

Kandidaten die voor de loting zijn uitgenodigd en zelf niet aanwezig kunnen zijn, mogen een machtiging afgeven, waarin aan een persoon toestemming wordt gegeven om namens u een kavel te kiezen. De machtiging moet bij binnenkomst samen met de uitnodiging worden afgegeven. In verband met de identiteit van zowel de machtiging gever als de gemachtigde, dient bij de machtiging van beide personen een legitimatiebewijs (of kopie daarvan) te worden overlegd. Voor een machtiging dient het machtigingsformulier ingevuld te worden.

Binnenkort vindt u hier het machtigingsformulier.

Na de loting heeft u direct een optie op de kavel. Binnen een week neemt de gemeente contact met u op om een startgesprek in te plannen. In dit gesprek leggen wij uit wat wij van u verwachten en vertellen wij wat u van ons kunt verwachten in de komende periode. Na dit gesprek wordt de optie bevestigd. U betaalt een optiebedrag van €500,-. Dit wordt verrekend met de koopsom bij de juridische levering van de kavel bij de notaris. Als u in de optieperiode afziet van de kavel, vervalt de € 500,- aan de gemeente.

Tijdens de optieperiode van zeven maanden heeft u de tijd om de volgende activiteiten uit te voeren: (zie ook tijdschema)

• Maken van een ontwerp en bouwplan

• Toetsen van ontwerp en bouwplan aan de ambtelijke welstand

• Aanvragen omgevingsvergunning ca. 8 weken

• Wachten op bezwaartermijn omgevingsvergunning ca. 6 weken

• Regelen van financiering

Tijdschema

Klik op de afbeelding als u een groter formaat wilt zien.